Dingen zijn dingen. En toch. En toch zijn ze soms meer dan alleen maar die dingen die dingen zijn. Het zijn soms tijdcapsules. Je weet wel, van die dozen of blikken waarin men spulletjes stopt en die dan ergens opbergt om jaren later terug te vinden.
Zo is mijn oude verrekijker (een Oeral uit de voormalige USSR) uit mijn tienerjaren een heel bijzondere tijdcapsule. Ik vind er niet alleen alle zeldzame vogels in terug die ik er ooit mee zag, ik kan er ook mee terug in de tijd kijken en die zelfs een heel klein beetje opnieuw beleven. Onze winterse wandelingen om en rond de Westerschelde en het Veerse Meer bijvoorbeeld. Turend over de slikke en schorre. Ik rúík en hóór ze zelfs even opnieuw! Of de zomerkampen in Torgny, waar ik zoveel nieuwe roofvogels leerde kennen. En die zitten daar nog allemaal in!
¶
Mijn verrekijker
van toen ik naar vogels keek.
Ik zie de kluut weer!
Mijn verrekijker …
Al die vogels er nog in.
Ik zie de wouw weer!