Sommige op zich mooie haiku’s zijn niet op hun werkelijke schoonheid te lezen of te begrijpen als je niet een kleine hint krijgt. In het verleden, in de oude Japanse publicaties, werden haiku’s vaak binnen een bepaalde context gepubliceerd. Denk maar aan de vele haiku’s van Bashõ, die in zijn reisverslagen verschenen tussen proza en pas later als min of meer zelfstandige verzen tot ons kwamen. Daarom worden vele nog steeds voorzien van wat commentaar uit die reisverslagen. Omdat ze anders iets lijken te missen. Ook haiku’s van andere haikumeesters kregen in hun publicaties vaak een begeleidend zinnetje van de dichter, door R.H. Blyth prescript genoemd.
Eenmaal ik het waarom van die prescripts besefte, zag ik ineens nieuwe mogelijkheden door ook vandaag weer bepaalde haiku’s van zo’n kort prescript (enkele woorden maar, hooguit één zin) te voorzien, waardoor ze een hint meekrijgen om ze makkelijker en vooral dieper te kunnen lezen. Dat prescript behoort dan eigenlijk tot het geheel van de haiku. Ik gaf dat concept een nieuwe naam: jobun. Een beetje naar analogie met haibun: een korte prozatekst, uitgebreid met één of meerdere haiku’s.
Hierbij een eerste poging om zo’n → jobun (klik voor een ruimere beschrijving) te schrijven en dus de haiku door een kort prescript een meer concrete, juistere of rijkere betekenis te geven.
¶
Nadat ik had gehoord dat mijn vriend zou sterven.
De stroom vertelt mij
wat ik niet meer horen wil.
Al heel de dag lang.
Zonder het prescript zou je maar wat in het duistere water van de haiku zitten staren zonder goed te weten wat ermee aan te vangen. Het prescript geeft hem zijn zinvolle betekenis, zijn ontroering en dus zijn poëzie. Niet?