Vroegochtendregen

De nacht hangt nog half
in de vroegochtendregen.
Niet eens de kauwen.

Dit is nog eens een interessante haiku om even bij stil te staan. Om diverse redenen. De eerste notie bijvoorbeeld. Over de nacht die nog in de regen hangt. Het is vanuit de klassieke haiku gezien een wat atypische formulering. Omdat ze te poëtisch is. Want objectief gezien kan de nacht niet in de regen blijven hangen. Je kunt wel dat gevoel hebben. Door de sombere sfeer en de donkere hemel als het vroeg in de ochtend regent. Maar strikt genomen kan het niet en kun je dat dus ook niet zien.

Als je haiku definieert als de neerslag van een objectieve waarneming zit je hier dus fout. De formulering sluit wel meer aan bij ons westers idee van poëzie. En dan stelt zich steevast de vraag: moeten we haiku blijven kopiëren zoals die in het Oosten bestaat/bestond of geven we er onze eigen westerse draai en sfeer aan? Mag haiku bij ons niet iets meer westers klinken? Een boeiende discussie!

EIGEN WOORD

Een tweede interessant element in deze haiku is het wat abnormale woord vroegochtendregen. Wie er diverse woordenboeken op na slaat, zal het niet vinden. Het is dus een woord dat ik zelf bedacht, gevormd uit het idee van regen in de vroege ochtend. Het boeiende eraan is dat de formulering als één nieuw zelfstandig naamwoord de lezer iets meer laat vermoeden dan indien er zou staan regen in de vroege ochtend. Vroegochtendregen suggereert immers dat er ook iets bestaat als laatochtendregen. Of halfmiddagregen. En laatavondregen.

En die suggestie roept dan misschien diverse beelden en sferen op. Hoe anders is de vroegochtendregen dan de halfmiddagregen? En hoe onderscheidt de laatavondregen zich van de vroegochtendregen? Door van het idee dus een nieuw, zelfstandig woord te maken, opent de dichter in zijn haiku een heel register van soorten regens en kan dat voor een lezer een extra element zijn om te genieten. Droog in al die buien.