Wat moet het fijn zijn
niet te weten waarom je
kunt vliegen; vogels.
Kun je deze iet of wat eigenzinnige haiku nog een haiku noemen? Het is altijd een boeiende vraag. Mocht er een stresstest voor haiku bestaan, dan zouden we die test erop kunnen toepassen. Helaas bestaat die niet. Wie meent van wel is niet goed thuis in het grote amalgaam van regels en regeltjes die in de loop van de geschiedenis voor haiku zijn gemaakt. Die wirwar van door de eeuwen heen veranderende regels biedt geen uitkomst. Want het is een doolhof waar je nooit meer uitgeraakt.
Hoe bepalen we het dan wel? Het enige wat misschien een zeker antwoord biedt, is te zoeken naar de kern. De kern van dit korte gedicht en die dan tegenover de kern van haiku leggen. Zijn er voldoende overeenkomsten, dan is het een haiku. Zijn die overeenkomsten er niet, dan is het geen haiku. Maar wat is voldoende? Ach, laat het ons gewoon eens proberen.
Wat zegt dit korte gedicht eigenlijk? Waarover gaat het? Wat valt erin te lezen? Of nog: welk tafereel moet of kun je je erbij voorstellen?
→ HET TAFEREEL
Iemand (de dichter) staat te kijken naar de hemel, ziet daarin een vogel vliegen en vraagt zich iets af. Aan de toon van de vraag te merken, is zijn gemoed eerder wat somber. Misschien omdat hij met een probleem worstelt en niet goed weet hoe het op te lossen. En dan gaan zijn gedachten naar de vogel en het vrije vliegen van de vogel in die ruime hemel. En hoe gemakkelijk dat schijnbaar gaat. Zijn gedachten vliegen verder en hij bedenkt dat de vogel niet eens weet dat hij kan vliegen. Hij doet het gewoon zonder er zich van bewust te zijn. Ook weet hij niet waarom hij kan vliegen en vraagt het zich nooit af. Waarna de dichter opnieuw over zichzelf mijmert: zou het ook voor hem niet fijner zijn om niet te weten waarom hij iets wel of niet doet? Zou het niet zoveel makkelijker leven zijn? Iemand die weet waarom hij iets doet, is er ook ten volle verantwoordelijk voor. Wie het niet weet, leeft zorgelozer. Zoals de vogel die vliegt zonder zich af te vragen waarom.
Zo gelezen is het gedicht een persoonlijke mijmering bij een op dat moment waargenomen tafereel: een vogel vliegt voorbij. Doordat er sprake is van een eenvoudige waarneming en die waarneming voor een bewustzijn zorgt, zou je kunnen zeggen dat hier sprake is van een haikumoment. Het tafereel speelt zich ook werkelijk en concreet in het nu af en roept een bepaalde emotie op, zonder dat die emotie expliciet is verwoord. Het is aan de lezer om de emotie erin te lezen. Ook dat is eigen aan een haiku.
Zijn dit voldoende overeenkomsten tussen dit gedicht en een haiku? Dat, beste lezer, laat ik graag aan jou over. Wat maakt het trouwens uit of je dit gedicht een haiku noemt of niet? Wat vooral iets uitmaakt, is of je de gedichte gedachte mooi vindt of niet. Ik herhaal ze nog even:
¶
Wat moet het fijn zijn
niet te weten waarom je
kunt vliegen; vogels.