Het druppen

Vandaag
een aalscholver;
ik laat druppen
wat drupt.

Dit is dus een kyowatori. Het mooie aan zo’n kyowatori is dat hij meestal ook subtiel een weetje over de vogel bevat. Want net een bepaalde eigenschap of een kenmerk van die vogel wordt gebruikt om iets over jezelf te vertellen. Hier dus het druppen.

Aalscholvers duiken in het water naar vis. Om zo diep mogelijk te geraken, bevat hun verenkleed weinig vet, waardoor het water tot op hun huid kan doordringen en er maar weinig lucht tussen hun pluimen overblijft. Zo komen ze snel het diepst om een vis te pakken. Maar nadien zijn ze dus behoorlijk nat en moeten ze zich laten drogen. Zo zie je aalscholvers vaak met hun vleugels open staan. Ze laten het water letterlijk van tussen hun verenkleed druppen en het door de wind drogen. Ze kunnen een heel eind zo staan, laten druppen wat drupt.

En wat vertelt de kyowatori daarmee over mijzelf? Dat ik af en toe eens laat hangen wat hangt, de dingen laat passeren zoals ze passeren, mij niet druk tracht te maken om mijn natte verenkleed en het maar laat druppen. Tot ik vanzelf weer droog ben. Je mag hem zo diep lezen als je wilt.