Hij kwam uit zijn huis
en ging er zonet weer in.
De dag is voorbij.
In een haiku is er normaal geen tijdsverloop. Een haiku beschrijft altijd één moment, één belevenis, één ervaring in het nu, die soms niet langer duurt dan een flits. Het besef van dat moment of die flits is het zogenaamde haikumoment.
In bovenstaande haiku zou je wél een tijdsverloop kunnen lezen. Maar dat is — zoals zo vaak in haiku — slechts schijn, een misleiding van een (te) vlugge lezing. Want ook in deze haiku wordt slechts één kort moment in het nu beschreven, namelijk het plotse besef dat er een dag voorbijging. Dat besef kwam er bij mij door de thuiskomt van mijn buurman en het vertrouwde geluid van het dichtvallen van zijn deur. Die thuiskomst roept dan ook het vertrek ’s morgens vroeg op én het dagelijkse, vaste patroon van het vertrek ’s morgens en de thuiskomst ’s avonds. En daardoor dus het besef van een (alweer) voorbije dag.
→ BESEF
De haiku gaat dus niet over het vertrek of de thuiskomst van een buur, maar over het besef van een voorbije dag. En dat besef ontstaat als een flits in het nu, getriggerd door de thuiskomst van de buur én de reflectie op zijn vertrek ’s morgens. Maar de haiku zelf beschrijft geen tijdsverloop, wel het besef van een tijdsverloop in het nu.