De bedoeling

Een eend landde breed remmend op de plas, wijl iemand een haiku las en vroeg: Wat bedoel je ermee? Ik antwoordde: Goed! Ik bedoel het goed.

door Geert De Kockere

Een van de grote verschillen tussen westerse poëzie en oosterse poëzie is nog dat we in het westen altijd heel graag weten wat de dichter nu precies met zijn gedicht bedoelt. Misschien komt dat voort uit onze traditie om in het onderwijs poëzie te willen analyseren, dood analyseren vaak. Een vraag als Wat bedoelt de dichter met dit gedicht? komt jammer genoeg nog altijd heel vaak voor. Het is een absurde vraag. Waarom zou het belangrijk zijn om te weten wat de dichter bedoelt? Veel interessanter is de vraag: Wat betekent voor jou dit gedicht? En net dat is de vraag die men in het oosten vooral stelt en die een belangrijk kenmerk is van de haiku: veel haiku’s zijn naast de schets van een boeiend tafereel ook een uitnodiging om je eigen betekenis erin te vinden of te leggen en zo van het gedicht een gedicht van jezelf te maken. Wat de dichter bedoelt, doet helemaal niets ter zake, wel wat het gedicht bij jou oproept, voor jou betekent, jou vertelt. En dat kan bij de ene lezer iets heel anders zijn dan bij een andere lezer. Deze haiku bijvoorbeeld:

Nadat ze snel liep,
zit ze traag op een bankje.
Twee eenden knikken.

Het is een typisch klassieke haiku met twee verschillende noties: de vrouw die liep en de twee eenden met dat typische knikken van hun kopjes als ze op de plas zwemmen. Eigenlijk hebben ze niets met elkaar te maken. Maar door ze bijeen in één haiku te plaatsen, nodigt de dichter de lezer uit om ze aan elkaar te linken en een verband te zien. Dat zou bijvoorbeeld kunnen zijn: de eenden knikken goedkeurend, omdat ze vinden dat de vrouw daarnet echt wel haar best deed en hard liep. Maar evengoed kun je lezen: de eenden knikken omdat de vrouw eindelijk is gaan zitten en ze het maar een gek idee vinden dat ze eerst zo hard rond de plas liep. Waarom in godsnaam doe je zoiets? En blijf nu vooral maar rustig zitten. Maar hoe weet je nu wat de díchter zelf bedoelt? Ach, lieve westerse mens … Waaarom wil je dat zo nodig weten? De kans is heel groot dat de dichter niets bedoelt en hij de vrouw na het lopen gewoon zag zitten en toevallig ook twee eenden met hun typische geknik opmerkte. Dat vond hij mooi, zette beide beelden in één haiku onder elkaar en dacht: Alstublieft, lezer mijn, bekijk het maar en geef er je eigen betekenis aan. Dit gedicht is nu van jou en van jou alleen. Mooi toch?