Geen tijdsverloop

Het bliksemde in de verte en iemand vroeg mij: Hoelang mag een haiku duren? Ik antwoordde: Een haiku zet de tijd stil.

door Geert De Kockere

Wie het over haiku heeft, heeft het vaak over het zogenaamde haikumoment: dat ene unieke moment waarover de haiku gaat. Dat kan een tafereel zijn, een impressie, een feit, een gezicht, een gebeurtenis, een vaststelling, een zintuiglijke prikkel. Eigenlijk kan dat moment om het even wat zijn zolang er maar geen (wezenlijk) tijdsverloop in wordt beschreven. Dan is het geen ‘moment’ meer. Er mag in een haiku dus geen tussenliggende tijd zijn die verstrijkt. De haiku moet één moment beschrijven, kort van duur. Hoogstens kan er sprake zijn van een verlengde tijdsduur van enkele seconden, op voorwaarde dat wat in dat kleine tijdsverloop beschreven wordt deel blijft uitmaken van één en dezelfde beweging, ervaring, prikkel of waarneming in het nu. Bijvoorbeeld: de kip kijkt eerst links, dan rechts. Een voorbeeld van een leerling maakt misschien alles duidelijker:

Avond in de stad;
één glas absint bestellen,
er twee leegdrinken.

Een op zich voortreffelijke haiku, ware het niet dat hij ‘zondigt’ tegen dat principe van het haikumoment en een behoorlijk lang tijdsverloop beschrijft, waardoor hij minder sterk en krachtig wordt en dus minder impact heeft op de lezer. In deze haiku wordt door het taalgebruik zowel het bestellen als het leegdrinken van het tweede glas beschreven. Dat veronderstelt dus een behoorlijk tijdsverloop en misschien zelfs meerdere gebeurtenissen tussenin. De haiku gaat dus niet over één moment, maar over een hele periode, wat minder past voor haiku en meer eigen is aan een westers, langer gedicht.

Dit ‘euvel’, deze ‘zonde’ tegen het haikumoment kan doorgaans vrij makkelijk worden opgelost door het geheel van het tafereel met tijdsverloop vanuit het nu te beschrijven en dat tijdsverloop en wat er ondertussen gebeurde eerder te suggereren. Bijvoorbeeld zo:

Avond in de stad;
maar één glas absint besteld,
twee leeggedronken.

Dan wordt het tafereel beschreven vanuit het haikumoment waarop de vrouw haar tweede glas leeg heeft. De dichter zag het allemaal gebeuren: hij zag haar misschien binnenkomen en hoorde haar het eerste glas bestellen. Maar in zijn haiku beschrijft hij slechts haar laatste slok en suggereert daarbij een heel verhaal dat eraan voorafging. Het belangrijkste verschil met de oorspronkelijke versie is dus dat de haiku geschreven is vanuit het nu (de laatste slok) en de rest enkel wordt gesuggereerd, vertrekkende van het gehoord of gezien hebben van haar eerste bestelling. De eerste versie ‘vertrekt’ bij het bestellen van dat eerste glas en duurt voort tot na het leegdrinken van het tweede. Zo beschrijft die haiku een hele periode, terwijl de aangepaste versie slechts één moment beschrijft: het vaststellen dat ze er al twee dronk. Een belangrijk verschil.