Fitness

Een lijster pikte verwoed in een gevallen appel en iemand wilde weten: Moet je fit zijn om haiku’s te kunnen lezen of schrijven? Ik antwoordde: Je wordt er fit van!

door Geert De Kockere

We vinden het inmiddels gewoon dat we ons lichaam fit proberen te houden. Er werden hele fitnesscentra voor opgericht, er werden duizenden boeken over geschreven, er verschijnt in elk tijdschrift wel een artikel over. Maar hoe zit dat met onze geest, ons hart en onze ziel, ons gemoed? Moeten we onze geest zo nu en dan ook niet eens goed stretchen, ons hart wat sprongetjes laten maken, onze ziel masseren, ons gemoed wat push-ups laten doen?

Haiku is gekend als een vorm van poëzie die je tot rust brengt en je hoofd leegmaakt. Door het focussen op iets heel gewoons en het via de woorden van de haiku dieper trachten te lezen, te vinden dus, verdwijnt al de rest op de achterond in je hoofd. De zorgen worden even vergeten, de problemen gaan in een hoekje en de wereld tijdelijk on hold. Een haiku (schrijven of lezen) verplicht je om even zelf een steentje te worden, een libel, een dauwdruppel, een sliert nevel. Een kalme rust overkomt je.

SPRONGETJE

Maar er is meer aan de hand. Je zou haiku ook een fitnessoefening voor je hart kunnen noemen. Wie een goeie haiku leest en dat wat gewoon is, voelt bijna letterlijk tijdens één heel klein momentje — het aha-momentje — zijn hart een hupje, een sprongetje maken. En het is een vreugdesprongetje, waardoor ook je gemoed van die fitness mee profiteert. Dat sprongetje wordt veroorzaakt door een subtiele twist in de haiku, door een plotse herkenning, door een stille Oh nee! Wie goed kijkt naar iemand die zo’n haiku leest, zíét zelfs dat sprongetje van het hart. Want de rimpeling die het veroorzaakt, deint in het grote meer van het gemoed uit naar het gezicht. En kijk, een glimlach!

Haiku, fitness dus voor geest, hart en gemoed. Hup hup!