Bijzonder

Een leeuwerik verdween zingend aan de hemel wijl iemand mij vroeg: Gaat een haiku over iets bijzonders? Ik antwoordde: Nee, hij máákt iets bijzonder.

door Geert De Kockere

De grote Japanse haikumeesters toonden het ons voor: een haiku gaat niet over iets bijzonders, maar laat ons de meest gewone dingen zien. Maar wel zodanig dat het lijkt alsof we ze voor het eerst zien, anders zien. Haiku is dus een gedicht over iets wat iedereen kent. Het ligt zelfs in de aard van de haiku. Ging hij namelijk wel over iets bijzonders, dan zou het zeer moeilijk zijn om dat de lezer ook snel (in slechts 17 lettergrepen) te laten zien. Of met zo weinig woorden. Daarom gaat een haiku haast per definitie over doodgewone dingen. Over beelden, situaties, taferelen, waarnemingen die alledaags zijn. De dichter beschrijft ze dan zodanig dat ze bijzonder worden.

BRILLETJE

Je kunt in die zin elke haiku zien als een klein brilletje om anders naar de doodgewone dingen om je heen te kijken. Een haikudichter is dan een brillenmaker en wie een haiku leest, zet een brilletje op en kijkt daardoor ineens anders naar de realiteit. Niet die realiteit is dan bijzonder, wel de manier waarop je ernaar kijkt. Dat brilletje kan een leesbrilletje zijn om scherper te zien, een zonnebril om iets gekleurder te zien, een verrekijker om iets wat veraf is dichterbij te zien of zelfs een vergrootglas om iets wat onooglijk klein is ineens uitvergroot voor je te zien.

Kortom: een haiku beschrijft niet iets bijzonders op een gewone manier, maar iets gewoons op een bijzondere manier.