Senryu

Senryu is de naam die men geeft aan een haiku die op een of andere manier spot met iets of iemand. Ten onrechte wordt soms gezegd dat een haiku over de natuur gaat en een senryu over de mens. Dat is niet juist.

door Geert De Kockere

Het is de toon van de haiku die bepaalt of het een haiku is of een senryu. De toon en enkel de toon. Eigenlijk is een senryu qua vorm en idee gewoon een haiku, maar kreeg hij een andere naam als hij schertsend is bedoeld. Een senryu gaat meestal over de kleine kantjes van de mens (of zelfs de natuur), terwijl een haiku meer over de poëzie van de natuur en de mens gaat. Een natuurgedicht dat lacht met iets uit de natuur kun je dus evengoed een senryu noemen, een poëtisch vers over de mens een haiku.

Het woord senryu (waterwilg) komt van de dichtersnaam van Karai Hachieman (1718-1790), die een hele reeks van die schertsende en vaak anomieme haiku’s verzamelde en bundelde. Het betrof dikwijls verzen van gewone mensen als een reactie van het volk op de zeer ernstige en vaak religieuze haiku’s van de adel en de geestelijkheid, die vooral de objectieve puurheid van de natuur beschreven. De naam senryu is ook toepasselijk. Een senryu is net als de wilg buigzaam, taai en toch zacht. Het is altijd lachen om, nooit lachen met, uitlachen.

Vandaag wordt steeds minder een strikt onderscheid gemaakt tussen een haiku en een senryu. Precies omdat het onderscheid ook niet altijd zo makkelijk te maken valt. De grens tussen poëzie en scherts is soms heel vaag en niet zelden een kwestie van persoonlijk aanvoelen of zelfs het gemoed van het moment. Hieronder een aantal typische, meestal anonieme senryu’s in een vertaling van J. van Tooren.

Zo zacht is de bruid,
zelfs de schoonmoeder krijgt haar
tanden er niet in.

Mijn vrouw, ze zei niets
van mijn salaris, alleen
komt er erwtensoep.

Mieren raken elkaar;
fluisteren wat met elkaar;
verlaten elkaar.

De mol in de grond
werkt zo hard als hij maar kan
en sterft dan alleen.

Taruki

Ik sloeg hem tot moes;
en daarna vloog het mugje
dansende weer weg.

Yamazaru

Nog veel stiller dan
wanneer het poppen waren,
zijn ze in hun liefde.

Hij veegt de mat af
eer hij erop gaat zitten,
de meisjeskoopman.

De prostituees
laten een vrolijk kindje
komen overdag.