In naam van

Een hoge werfkraan greep vergeefs naar een klein wolkje wijl iemand mij vroeg: Moet een haiku altijd vanuit een persoonlijke ervaring worden geschreven? Ik antwoordde: Het mag ook in naam van.

door Geert De Kockere

Strikt genomen, vanuit de oude leer van haiku, zal men zeggen dat elke haiku ten minste gebaseerd moet zijn op een persoonlijke ervaring, maar daarom niet per se reëel moet zijn gebeurd. Ook de oude meesters schreven weleens haiku’s vanuit een verbeelde, persoonlijke ervaring. Zoals die haiku van Yosa Buson waarin hij schrijft dat hij pijnlijk op de kam van zijn overleden geliefde trapt. Aan de datum van eerste publicatie van die haiku weten we dat zijn geliefde toen nog niet overleden was. Buson stelde zich dat dus voor en schreef het op als gebeurde het nu. Verre van echt gebeurd, maar misschien wel nog te omschrijven als een persoonlijke ervaring.

IN NAAM VAN

Maar moet dat wel? Zou een haiku geen haiku meer zijn als dat niet zo was? Mag je als dichter ook niet in naam van schrijven? Kun je een dichter niet ook zien als iemand die gevoelens of ervaringen van iemand anders tracht te verwoorden en wel zodanig dat het lijkt of het zijn eigen gevoelens of ervaringen zijn, zodat ze maximaal herkenbaar worden? Kun je in die zin het dichterschap niet zien als een vak om dingen te verwoorden die voor andere mensen dan heel herkenbaar zijn en daarom ook niet zelden troostend of helend? Kan dat — naast het brengen van schoonheid — ook geen mooie taak en roeping zijn van een dichter?

Ik schreef bijvoorbeeld op 25 oktober 2020 deze haiku:

Ons vader; met nog
één rijstkorrel in zijn baard
lijkt hij plots ouder.

Maar mijn vader was toen al lang geleden gestorven, heeft bovendien nooit een baard gehad en at geen rijst. Allesbehalve dus een persoonlijke ervaring, ook niet eens een verbeelde persoonlijke ervaring. Maar wellicht bevat de haiku voor veel lezers wel een heel herkenbare, persoonlijke ervaring, een emotionele herkenning van wat ze bij hun eigen vader of moeder merkten. Namelijk dat een klein slordigheidje, die achtergebleven rijstkorrel in dit geval, een mens soms een bepaalde uitstraling geeft, die de toeschouwer er eigenlijk zelf in legt. Hier: die vergeten rijstkorrel doet de dichter besluiten dat vader wegens ouderdom niet netjes meer lijkt te kunnen eten. En dit terwijl het misschien puur toeval is en je in een baard die ene rijstkorrel ook niet voelt. Het is dus een haiku die een bepaald verwachtingspatroon van iemand bevestigt, ook al is daar geen objectieve reden voor. Of nog: de haiku gaat over het besef (en de schrik) dat vader steeds ouder wordt. Het is een ervaring, een emotie die iedereen weleens heeft bij zijn ouder wordende vader of moeder.

VOOR KINDEREN

Moet ik dan deze haiku niet schrijven als hij niet uit mijn persoonlijke, al dan niet verbeelde, ervaring komt? Zou het geen zonde zijn om dat niet te doen? Mag of moet ik zelfs niet af en toe in naam van jou, in naam van mijn buurman, in naam van de kassierster, in naam van de bouwvakker een haiku schrijven over een voor hen herkenbare, persoonlijke ervaring? Is dat óók niet mijn taak als dichter?

Als dichter voor kinderen heb ik al mijn leven lang eigenlijk niets anders gedaan. Want ik bén natuurlijk geen kind meer, maar moet wel vanuit het perspectief en vanuit de ervaringswereld van een kind schrijven. En ik moet ook gedichten voor kinderen schrijven vanuit het standpunt van een meisje, ook al ben ik een jongen. En zelfs kruip ik geregeld in het vel van een dier. Dat ‘verplaatsen’ doortrekken in mijn haiku’s is dus voor mij haast een evidentie.

HERKENNING

Persoonlijk vind ik dan ook dat het moet kunnen en je haiku niet strikt mag zien als een puur persoonlijke aangelegenheid of ervaring van de dichter. Ik vind het zelf alleszins mijn roeping om diverse standpunten in te nemen en mijn poëzie aldus te verruimen en herkenbare ervaringen neer te zetten. In naam van dus. En in de hoop dat ik daarmee niet alleen schoonheid breng, maar af en toe ook troost en geruststellende herkenning. Ik verkies dat boven de zogenaamde puurheid van het genre, dat sowieso door de eeuwen heen evolueert en andere vormen aanneemt. Ik schrijf niet om de regel, ik schrijf om de mensen.

P.S. Dit stukje sluit aan bij een ander stukje over het autobiografische karakter van een haiku en verruimt het nog wat. Hier te lezen.