De kikkermummie

Veertig jaar later, in een boekentas waarin ik als kind kikkers ving.

Zopas gevonden
in een oude boekentas:
een kikkermummie.

Op die zopas na is dit een waar en echt gebeurd tafereel. Als kind en als jonge tiener ging ik vaak in Aarsele waar ik toen woonde met vrienden stekelbaarsjes en kikkers vangen. De beken zaten er toen nog vol van. Kikkers met hopen konden we vangen. Soms wisten we er geen blijf mee.

HET VERHAAL

Ik herinner me nog hoe ik op zekere keer snel wilde vertrekken — mijn vriend stond vermoedelijk al op mij te wachten — en omdat ik niet zo meteen iets beters zag om de gevangen kikkers in te steken, griste ik snel een oude boekentas uit de garage mee. Het was een boekentas die allang niet meer werd gebruikt en daar al een poosje leeg stond. Bovendien handig om te dragen met dat handvat. En plaats zat! Ik kon de kikkers zelfs indelen in vakjes als ik dat wilde: dikke, dunne, groene, bruine. Top!

Ik zie haast nog de kikkers die we toen vingen voor me en hoe ze het eigenlijk best wel gezellig leken te hebben in die oude boekentas van leer. Ze woog zwaar toen we klaar waren met vangen. Maar zelden namen we al die kikkers mee naar huis. Wat zouden we er thuis mee aangevangen hebben? De sport bestond erin om een andere gracht of beek te vinden, waar ze het volgens ons nóg beter zouden hebben. De boekentas diende dus enkel als een soort lift tussen de oude en de nieuwe woonplaats van de kikkers.

VERSTOPT

Maar ach ja, die boekentas had natuurlijk wel wat verborgen plooien en spleten. Eén van die kikkers moet zich té goed hebben verstopt toen we ze weer vrijlieten. Ervan overtuigd dat al onze kikkers een mooie nieuwe woonplek hadden gekregen, trokken we huiswaarts.

Tot ik de boekentas jaren later, tijdens het opruimen van de zolder, waar ze inmiddels stond te verstoffen, nog eens opendeed op zoek naar verborgen schatten. Je wist maar nooit met al die vakjes, plooien en spleten. En ja hoor, na wat schudden viel er iets uit: een kikkermummie, zo verdroogd als wat, maar nog heel duidelijk als kikker herkenbaar.

Ik presenteer de haiku hier als een jobun. Want zonder het prescript is hij wellicht heel moeilijk ten volle te begrijpen.

Jobun

Na een moeilijke nacht, staande voor het open raam.

De zon komt weer op
en breekt nu door de wolken.
Ze schijnt in een plas.

Dit is dus een jobun, een haiku voorafgegaan door een eenvoudig en kort prescript, waardoor je de haiku in het juiste daglicht (in dit geval zelfs letterlijk) kunt zien en hem bijgevolg makkelijker juist en dieper lezen.

Het prescirpt van een jobun maakt in die zin integraal deel uit van de poëzie van de haiku: samen vormen ze het gedicht. Daarom is het belangrijk dat het prescript eenvoudig, maar ook mooi wordt geformuleerd. Geen tierlantijntjes of taalvondsten, maar wel mooi van klank en ritme. En in de sfeer van de haiku die erop volgt.

Concreet hier: de haiku zou ook perfect zonder het prescript kunnen, als een zuivere haiku dus. Maar dan zou je hem wellicht anders lezen. Of je zou hem net als iets te algemeen ervaren om de schoonheid ervan ten volle te vatten. Met het prescript erbij komt het me voor dat hij vanzelf een ander en diepgaander gevoel oproept. Het wordt een verstild tafereel, waarbij je meer dan zonder prescript de geladenheid voelt. Vooral de moeilijke nacht uit het prescript zorgt er dan voor dat je bepaalde elementen uit de haiku op een andere manier ziet en leest. Zoals die plas.

Met of zonder prescript? Het is altijd een keuze en het belangrijkste element die de keuze bepaalt, moet het antwoord op deze vraag zijn: doet het prescript wel of geen afbreuk aan de haiku?

Jobun

Vandaag kwam iemand met een doos van bol.com de tuin van het Natuurpunt Museum ingewandeld. Voor de tuin, zei ze, een muis. En waarlijk, er zat een muis in. Op haar koertje gered uit de klauwen van de poes.

Door dat doosje van bol.com zag ik er meteen een heerlijke haiku in. Maar zonder een korte duiding vooraf misschien heel moeilijk te begrijpen of te zien. En dus ideaal voor een jobun: een haiku voorafgegaan door een kort prescript.

Van de buren, voor de tuin van het Natuurpunt Museum.

Zonet geleverd,
in een doos van bol.com:
een gevangen muis.

Jobun

Het jaarlijks terugkeren naar onze vakantieplek.

Het nieuwe weerzien
is altijd een oud weerzien.
Weer niets veranderd.

Merk op hoe het prescript in deze jobun bepalend is voor de lezing. Het zou immers evengoed een haiku kunnen zijn over het weerzien van een oude vriend. Zonder het prescript is de haiku dus veel ruimer te lezen. Het is aan de dichter om te bepalen of hij hem wel of niet concreter wil láten lezen en er dus wel of niet een jobun van maakt. In dit geval dus wel.

Nieuw: de jobun

Sommige op zich mooie haiku’s zijn niet op hun werkelijke schoonheid te lezen of te begrijpen als je niet een kleine hint krijgt. In het verleden, in de oude Japanse publicaties, werden haiku’s vaak binnen een bepaalde context gepubliceerd. Denk maar aan de vele haiku’s van Bashõ, die in zijn reisverslagen verschenen tussen proza en pas later als min of meer zelfstandige verzen tot ons kwamen. Daarom worden vele nog steeds voorzien van wat commentaar uit die reisverslagen. Omdat ze anders iets lijken te missen. Ook haiku’s van andere haikumeesters kregen in hun publicaties vaak een begeleidend zinnetje van de dichter, door R.H. Blyth prescript genoemd.

Eenmaal ik het waarom van die prescripts besefte, zag ik ineens nieuwe mogelijkheden door ook vandaag weer bepaalde haiku’s van zo’n kort prescript (enkele woorden maar, hooguit één zin) te voorzien, waardoor ze een hint meekrijgen om ze makkelijker en vooral dieper te kunnen lezen. Dat prescript behoort dan eigenlijk tot het geheel van de haiku. Ik gaf dat concept een nieuwe naam: jobun. Een beetje naar analogie met haibun: een korte prozatekst, uitgebreid met één of meerdere haiku’s.

Hierbij een eerste poging om zo’n jobun (klik voor een ruimere beschrijving) te schrijven en dus de haiku door een kort prescript een meer concrete, juistere of rijkere betekenis te geven.

Nadat ik had gehoord dat mijn vriend zou sterven.

De stroom vertelt mij
wat ik niet meer horen wil.
Al heel de dag lang.

Zonder het prescript zou je maar wat in het duistere water van de haiku zitten staren zonder goed te weten wat ermee aan te vangen. Het prescript geeft hem zijn zinvolle betekenis, zijn ontroering en dus zijn poëzie. Niet?