Haikugrammen?

Een bromvlieg kwam in volle zomer pompeus en theatraal de kamer binnengevlogen en mijn bezoek vroeg: Wat is nu eigenlijk het verschil tussen een haiku en een epigram? Ik antwoordde: Shakespeare!

door Geert De Kockere

Haiku wordt weleens verward met het puntdicht of epigram. Een epigram is kort samengevat een bondig gedicht met een woordspeling of pointe. De vorm doet er niet zoveel toe, maar is dus kort. Hét kenmerk van een epigram, puntdicht of sneldicht zijn naast de zeer korte vorm vooral de woordspeling en de pointe die haast altijd ironisch is.

Ik lees heel veel haiku’s die eigenlijk puntdichten zijn en geen haiku’s. Omdat de woordspeling té uitgesproken is, de toon té ironisch. Ook in haiku kun je spelen met woorden, de Japanse haiku’s staan er om bekend en hun taal munt er in uit. Maar veeleer dan ‘een woordspeling’ zou ik het in een haiku de dubbelzinnigheid van een woord of een uitdrukking willen noemen. In de Japanse taal hebben veel woorden meerdere connotaties (ik schrijf bewust niet ‘betekenissen’) en daarmee wordt in een haiku gespeeld. Een connotatie zou ik dan een vermoeden van een tweede, bijkomende betekenis of invulling willen noemen. Het is een extra kleurtje of gevoel dat een woord of uitdrukking oproept, niet per se een andere betekenis. Het is dan niet zozeer het spelen met een woord dat de haiku kenmerkt, wel de bijkomende connotatie van een woord of zelfs een hele uitdrukking. Dat maakt dat de haiku vaak fijnzinniger is dan het puntdicht, meer Oosters, minder uitdrukkelijk uitgesproken, meer de kant van het vermoeden van een woordspeling opgaat, dan werkelijk die woordspeling prominent en soms pompeus aangekleed de hoofdrol laat spelen en de scène opsturen.

→ EXTRA KLEUR

Ja, misschien is dat nog de beste manier om het verschil aan te duiden: in een puntdicht krijgt de woordspeling de hoofdrol, soms haast Shakespeariaans, terwijl in een haiku de woordspeling slechts op de achtergrond wat extra kleur of wat meer diepte aan het gedicht geeft. Evenzo voor de ironie in het gedicht: een puntdicht is vaak uitgesproken ironisch (letterlijk uitgesproken, zou je kunnen zeggen), terwijl het in een haiku slechts om milde scherts gaat, een zachte fluistering, eerder mimiek dan articulatie, waarna we die haiku dan trouwens vaak een senryu noemen.

Soms is het verschil heel duidelijk, soms is de nuance tussen haiku en epigram niet zo makkelijk te maken. En al zeker niet als de dichter heel dicht bij de vertrouwde vorm van de 5-7-5 van de haiku uitkomt. Als regel kun je stellen: ligt de woordspeling er heel dik op en is de toon behoorlijk ironisch, dan is het een puntdicht. Is de woordspeling eerder een dubbelzinnigheid, roept ze in de achtergrond een bijkomende connotatie op, dan is het een haiku/senryu. Het verschil kan subtiel zijn, maar wordt door een geoefende haikulezer vrijwel meteen opgemerkt, gevóéld, aangevoeld. Ook bij het hardop voorlezen van het gedicht zal de toon, de letterlijke uitspraak dus, vaak verschillen. De haiku klinkt in haast alle gevallen zachter, rustiger, bedaarder, milder. Plastisch uitgedrukt: de decibelmeter zal bij een puntdicht meestal verder uitslaan dan bij een haiku/senryu. En ook de hartslag.

→ EEN VOORBEELD

Hieronder een voorbeeld van zo’n subtiel verschil, telkens in de 5-7-5-vorm, waarbij de eerste versie een puntdicht is, de tweede een haiku/senryu en waarin zelfs twee woordspelingen/dubbelzinnigheden ineens voorkomen. Voel je het verschil tussen de beide? Ik vind het alleszins bijzonder boeiend dat je zo’n verschil kunt maken én opmerken.

Ongelooflijk hoe
hij moet zagen voor de boom
er zich bij neerlegt!
~
Lang moet hij zagen,
de houthakker, voor de boom
er zich bij neerlegt.

In de eerste versie wordt ‘het zagen’ als woordspeling helemaal en prominent uitgespeeld en voel je al haast meteen dat je hier niet alleen het letterlijk omzagen moet zien, maar ook iemand die zeurt. Dat wordt vooral bewerkstelligd door het begin van het puntdicht en meer bepaald de inzet ‘Ongelooflijk’. In de haikuversie krijgt dat zagen een veel mildere klank en wordt in eerste instantie vooral het letterlijke omzagen bedoeld. En dat komt in die versie dan vooral door de vrij droge mededeling ervan én door het haast technische woord ‘houthakker’ dat er meteen op volgt. Daardoor zie je meteen een letterlijk staan zagende houthakker. Maar in dát zagen klinkt dan toch ook wel het zeuren wat mee: de bijkomende connotatie doet haar werk. Lees de beide voor jezelf ook eens hardop voor en hou die decibelmeter in de gaten.

Misschien een puntje (nee, geen puntdichtje) om eens op te letten? En ja, ik zal er mij zelf ook meer dan mij lief is aan bezondigen. Het is vanuit onze Westerse traditie van taal en poëzie erg verleidelijk. Maar wie écht om haiku begaan is, moet zich op Oosterse wijze wat trachten in te houden.