Klassieke fout

In de hitte van de zomer plakten we haast aan elkaar wijl je een haiku van mij las en toen vroeg: Mag ik hem als een beeld zien? Ik antwoordde: Helemaal!

door Geert De Kockere

Ik schreef een reeks gelegenheidshaiku’s voor de geboorte van een baby. Daarbij gebruikte ik het beeld van een pas ontvouwde vlinder om iets te vertellen over dat nieuwe leven. De kunst van dergelijke gelegenheidshaiku’s is dan om die zo te lezen dat het natuurtafereel symbool staat voor de gelegenheid waarvoor de haiku is bedoeld, hier dus de geboorte van een kind. Eén van die haiku‘s ging zo:

Vlinder, lang gewacht.
Maar eindelijk kan hij nu
al die kleuren zien!

Toen mijn vriendin — die verpleegkundige is — hem las, merkte ze vanuit haar zetel en haar kennis over de eigenschappen van een baby op: Maar een baby ziet nog geen kleuren! Die komen pas na ongeveer vier weken.

Boeiend! dacht ik. Want zoals dat wel vaker bij het ‘dieper’ lezen van haiku gebeurt, maakte ze hier een vrij klassieke fout. Ze zette het beeld van de vlinder wel correct om en maakte er een baby van, maar nam te letterlijk de rest van de haiku mee in dat beeld en zette kleuren niet om. Daardoor ontstond er bij haar inderdaad een wat verwrongen en zelfs onjuist beeld van een baby die al meteen kleuren zag. Maar dat schreef ik helemaal niet. Ik stel in de haiku enkel dat een vlinder die pas uit de cocon komt al meteen kleuren kan zien. Meer zeg ik niet.

ALLES OMZETTEN

De fout die mijn vriendin dus maakte, was dat ze enkel vlinder omzette naar het beeld van de baby, maar het woord kleuren niet. Ook dat beeld moet mee omgezet worden naar de leefwereld van de baby. De héle haiku moet omgezet worden, niet slechts één deeltje ervan. In de haiku staat met andere woorden niet alleen de vlinder symbool voor iets, ook de kleuren staan symbool voor bijvoorbeeld al het moois dat zich nu na die donkere en troebele periode in de buik voor de baby begint af te spelen: de kleuren van het leven, zou je kunnen zeggen. En dat kan zelfs betrekking hebben op alle zintuigen: geuren, geluiden, beelden, aanrakingen.

Kortom: als je een haiku als een metafoor leest, mag je niet vergeten om álle elementen mee om te zetten en ze binnen je nieuwe context een plek en een betekenis te geven. Het beeld dat de dichter van een pas ontvouwde vlinder schetst, is correct: een vlinder ziet (na de donkere en eenzijdig gekleurde periode in zijn groene en later bruine cocon) na het uitbreken uit zijn cocon plots alle kleuren. Vertaald naar een baby moet je die kleuren dan óók als een beeld zien dat past in de leefwereld van het kind. Die kleuren laten je dan zelfs toe je eigen verhaal, je eigen twist aan de omgezette haiku te geven: waar staan volgens jou die kleuren voor bij een baby? Zo blijft de haiku open voor een eigen interpretatie.