Dichterschap

De hitte brak een record en iemand wilde toch nog weten: Wie of wat moet je zijn om haiku’s te kunnen schrijven? Ik antwoordde: Een dichter.

door Geert De Kockere

Wiedes, denk je vast. En nee, het was niet de hitte die mij tot dit op het eerste gezicht simplistisch klinkende antwoord bracht. Het is simpelweg de waarheid. Te veel mensen denken dat haiku een kwestie van techniek is. Als je maar een mooi idee in die zeventien lettergrepen gezegd krijgt. Nee dus. Om een goede haiku te schrijven, is er meer nodig. Er is eerst en vooral poëzie voor nodig. Wie geen dichter is (en je moet voor alle duidelijkheid geen gedichten schrijven om een dichter te zijn), zal ook nooit goede haiku’s schrijven. Of slechts en eerder per toeval een paar.

VERVOLMAKING

Leuk, denk je soms bij het lezen van een haiku. Maar ik mag hopen dat haiku meer is dan leuk alleen. Ik mag hopen (en er zelf vooral naar streven) dat haiku ook een heel intense vorm van poëzie is, een kristallisatie van poëzie. En dat moet je voelen als je een haiku leest. Je moet een zekere mystiek voelen, ook al is de haiku nog zo eenvoudig geschreven. Het is in die mystiek dat zich de poëzie uit en van de haiku een gedicht maakt. Een schrijver van haiku’s moet dus eerst — en bij voorkeur al geruime tijd — een dichter zijn, ten minste een dichter van aanleg. Hij moet, om het wat overdreven te stellen, misschien zelfs meer dichter zijn dan voor het schrijven van andere poëzie. Want in haiku kan hij niet terugvallen op de eeuwenoude trucjes van de poëzie, zoals metaforen, rijmen of andere taalkundige aardigheidjes. Haiku is poésie pure. Eerst dichter dus. En dan kan hij zich — als een vervolmaking van zijn dichterschap — aan haiku wijden. Dan en pas dan!