Eenvoud

Het was een mooie dag en iemand stelde mij de vraag: Is een haiku die niet begrepen wordt per definitie slecht? Ik antwoordde: Ja!

door Geert De Kockere

Van veel poëzie wordt het hermetische geroemd en gekoesterd. Alsof poëzie wroeten is, een weg zoeken in en tussen andermans gedachten, geheimen ontsluieren, de cijfercombinatie van de kluis van de ziel achterhalen en haar schatten vinden. Wie daaruit genoegen haalt, moet absoluut van die poëzie houden en koesteren. Niemand zegt dat poëzie alles open en bloot in de groep moet gooien.

Waarom dan toch die stellige ja met een uitroepteken? Omdat haiku net de poëzie van de eenvoud is. Haiku is één van die poëzievormen die soberheid en duidelijkheid nastreeft, de lezer iets wil laten zien wat hij kent, herkent. En dat kan alleen maar lukken als de haiku voldoende begrepen wordt. Een haiku die niet begrepen wordt, voldoet als het ware niet aan één van de kenmerken om hem een haiku te kunnen noemen. Het is dan eigenlijk geen haiku meer. Dus ja, een haiku die niet begrepen wordt, is voor mij ofwel geen haiku meer of een slechte haiku.

VOLDOENING

Daarom moet de haiku nog niet precies begrepen worden zoals de dichter hem bedoelde. Maar de lezer van een haiku moet vrijwel meteen een duidelijk beeld zien, een verhaal herkennen. Zoniet is de dichter is zijn opzet mislukt. Een goeie haiku biedt onmiddellijk voldoening op het vlak van de waarneming, waarna de lezer dieper kan gaan, onder de woorden duiken en meer betekenissen vinden die hij bij de eerste lezing niet zag of vond. Maar de eerste lezing mag hem niet (lang) achterlaten met een onbegrepen gevoel. Nooit mag de lezer van een haiku zich afvragen: Wat staat hier nu? Wel mag hij altijd denken: Wat staat hier nog meer? Dat is een groot en belangrijk verschil.

Anders zou mijn antwoord zijn, indien de vraag luidde: Is een haiku die anders begrepen wordt per definitie slecht? Dan zou ik antwoorden: Neen! Ook met een uitroepteken. Niet zozeer een juist begrip is van belang, wel een duidelijk begrip. De dichter van een haiku toont iets, de lezer moet dus meteen ook iets zien. Maar misschien kijkt hij net een beetje anders, net een beetje uit de richting en ziet hij iets anders. Maar hij moet meteen iets zien. Zoniet is de haiku mislukt, sta je als dichter in het niets te wijzen, misschien zelfs grotesk te zwaaien in het grote heelal der onbegrepenheid.