Lettergrepen

Toen boven ons de hemel dichttrok, wilde iemand weten: Moeten we vasthouden aan de zeventien lettergrepen? Ik antwoordde: Zoals een mees zich aan een takje van het krentenboompje vasthoudt.

door Geert De Kockere

Over het aantal lettergrepen is al heel wat gezegd, geschreven, gekibbeld en uitgevochten. Hoe belangrijk zijn die? Voor men ten strijde trekt, moet men goed beseffen dat in Japan, de bakermat van de haiku, niet met lettergrepen wordt gewerkt en geteld. Daar zijn het zeventien moren. Een more is de duur van een klank. De lengte van uitspreken dus. Een Japanse haiku duurt in de regel dus zeventien moren, doorgaans in drie groepjes van vijf, zeven en vijf moren metrisch ingedeeld. In het westen hebben we dat vertaald in zeventien lettergrepen in drie regels van vijf, zeven en vijf lettergrepen. Ook die drie regels zijn een eigen uitvinding. Want in Japan wordt de haiku vaak op één verticale lijn gekalligrafeerd. Of in een willekeurig aantal verticale lijnen naargelang het de dichter uitkwam in combinatie met bijvoorbeeld een schets. Gedrukt doet men het vaak in één horizontale regel.

Die drie westerse regels zijn ingegeven door de eerste uitgevers van haiku’s in het westen. Men was bang dat de lezer één regel niet zou herkennen als poëzie en dus zette men de haiku in drie korte regeltjes. Dat gaf hem de aanblik van een kort gedicht. Pure afspraak dus en niet eigen aan de haiku als dusdanig.

LEESTEKENS

Komt daar nog bij dat de Japanse taal qua klank helemaal anders is dan de onze. Hun korte klanken (de meeste) duren allemaal even lang. Ik neem als voorbeeld altijd de dichtersnaam Kikaku. Ook als wij dat uitspreken, duurt elke lettergrepen even lang. Dat zijn de typische gewone moren in het Japans. Maar ook in Japan duren bepaalde klanken dubbel zo lang. Ze worden dan even aangehouden. Dat hoeven zelfs geen klinkers te zijn. Ook de n duurt in sommige woorden twee moren lang. In de haiku telt die dan ook als twee moren.

En tot slot: de Japanse taal kent geen leestekens zoals wij die kennen. Zij gebruiken snijwoorden om aan te duiden waar je als lezer pauzeert. Het snijwoord ya bijvoorbeeld is een veel voorkomend snijwoord en kun je ongeveer vergelijken met een punt of een kommapunt. Iets als: Dit is wat ik zag. Of hoorde. En die snijwoorden tellen óók mee als moren. Sommige snijwoorden zijn zelfs twee moren lang. Gezien in een Japanse haiku sommige klanken als dubbele moren tellen én ook de ‘leestekens’ meetellen als woorden, zijn inhoudelijk hun haiku’s dus feitelijk korter dan de onze. Een simpel voorbeeld maakt alles duidelijk: Het is herfst telt bij ons maar drie lettergrepen. Spreek je dat uit op z’n Japans, dan zou je hier al vijf of zelfs zes moren hebben. Een grote banaan telt vijf lettergrepen, maar in moren gerekend al zeven. Want de open o en de lange aa duren veel langer.

Kortom: het gekibbel over dat aantal lettergrepen is een beetje ridicuul en in feite maakte men een fout door het klakkeloos omzetten van het idee van zeventien moren in zeventien lettergrepen. Veel beter zou het overeenkomen met de oorspronkelijke ziel van haiku indien men een westerse haiku in bijvoorbeeld twaalf lettergrepen zou schrijven. Of de leestekens ook in rekening zou brengen.

SPEL

Het behouden van een vaste regel voor het aantal lettergrepen (eenmaal je hebt uitgemaakt hoeveel) vind ik wel interessant. Omdat dit van de haiku een spel maakt. En spelen behoort tot de kern van haiku. Jezelf zo’n regel opleggen, maakt ook dat je meer gaat werken aan je haiku en daardoor soms op een mooiere zegging of een rijkere inhoud uitkomt, dan je eerste, oorspronkelijke idee. Het keurslijf van een vast aantal lettergrepen dwingt je om beter te kijken, anders te zeggen, opnieuw en opnieuw te beleven. En dat komt in veel gevallen je haiku ten goede.