Haibun

Haibun kun je een apart literair genre noemen, waarbij proza en poëzie met elkaar worden vermengd met de klemtoon op de poëzie. Het was de Japanse haikumeester Matsuo Bashõ die het genre introduceerde en voor het eerst de term gebruikte in een brief aan zijn leerling Kyorai in 1690.

door Geert De Kockere

Bashõ ondernam heel wat reizen en schreef zijn wedervaren neer in haibun, waarbij hij hokku’s (de latere haiku’s) combineerde met een korte inleiding of een beschrijving. Zijn reisverslagen lezen als dagboeken, waarin de dichter persoonlijke ontmoetingen en ervaringen kort neerpent, vergezeld van een of meerdere hokku’s.

Een haibun bevat dus geen lange verslagen, maar eerder korte impressies. Daardoor leest haibun luchtig en vlot. Haibun wordt ook gekenmerkt door fijne landschapsbeschrijvingen, bedenkingen die onderweg worden opgeroepen, knipoogjes over het leven en het observeren van allerlei mensen, niet zelden met ironie.

Na Bashõ schreven ook nog Buson, Issa en Shiki later haibun. Maar het bleef al bij al een beperkt literair genre. Wel boeiend om als haikuliefhebber op reis eens uit te proberen. Of je tuin doorheen het jaar te beschrijven in de vorm van haibun.

Nog een voorbeeld uit een haibun van Bashõ:

Ik was van plan om naar het hoge noorden te reizen en had de provincie Shimotsuke alvast bereikt. Daar wou ik een bezoekje brengen aan een zekere Suïto, te Kurobane in de provincie Nasu. Ik probeerde mij een weg te banen door dichtbegroeid terrein, maar het gras was zo hoog opgeschoten dat ik de weg verloor.
~
De zomervlakte,
met als enige wegwijzer
een man die hooi draagt!

Ook ik schrijf af en toe een haibun. Over de tuin aan het Huis van de Haiku, over wat ik wel of niet doe, over een vakantiedag. Wil je ze lezen, volg dan dit verkorte pad naar alle haibun hier.